Larossi Abballa werd in 2013 veroordeeld voor het ronselen van Franse jongeren om op jihadreis te gaan. Na tweeënhalf jaar kwam hij vrij en pakte hij zijn leven weer op. Het ging de goede kant op, zo leek het, eind 2015 opende hij zijn eigen restaurant.
Een half jaar later, afgelopen maandagnacht, pakte Abballa uit naam van Islamitische Staat (IS) een mes en stak een politieman en zijn vrouw dood.
Ook Omar Mateen, de man die in Orlando 49 mensen doodschoot, was een bekende van de politie. De FBI nam de handel en wandel van de terrorist meerdere keren onder de loep. Hij werd zelfs verhoord nadat hij tegen collega’s had opgeschept dat hij de broers Tsarnaev, die de aanslag in Boston pleegden, kende. Maar er waren geen concrete aanwijzingen dat Taheen zich bij IS aan wilde sluiten of dat hij van plan was om een terreurdaad te plegen. Het onderzoek naar Mateen werd stilgelegd.
Het zijn door IS geïnspireerde eenlingen, hun extremistische sympathieën zijn bekend. Maar terwijl veiligheidsdiensten ze kennen en soms zelfs volgen, kunnen ze toch tot hun dodelijke daden overgaan.
TEGEN GRENZEN AANLOPEN
Volgens Constant Hijzen, verbonden aan de Universiteit Leiden en gespecialiseerd in veiligheidsdiensten, laat het zien hoezeer zij in de strijd tegen terreur tegen hun grenzen aanlopen.
„Veiligheidsdiensten moeten continu de afweging maken over wat ze verantwoord niet kunnen doen. Naast elk dossier liggen er nog tientallen anderen. We hebben het in Frankrijk eerder gezien bij de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo. Ook daar hadden de daders eerder vastgezeten. Na hun vrijlating werden zij door de veiligheidsdienst nog wel in de gaten gehouden, maar omdat zij zich niet langer verdacht gedroegen, daalden ze op de prioriteitenlijst.”
DUIZENDEN IS-SYMPATHISANTEN
Alleen al in Nederland lopen volgens schattingen van de AIVD enkele duizenden IS-sympathisanten rond. Zelfs al zouden we het willen, dan nog is het onmogelijk om al deze mensen te volgen. Dat het in Frankrijk en de Verenigde Staten (VS) om grotere aantallen gaat, laat zich raden.
„Als er geen concrete signalen zijn dat iemand iets van plan is of zorgwekkende contacten heeft, dan moet er gekozen worden”, zegt Hijzen. „Je kunt het de veiligheidsdiensten dan aanrekenen dat ze niet elke terreurdaad voorkomen. Maar uiteindelijk is dat toch een illusie. Alle aanslagen voorkomen gaat niet. Dat is uiteindelijk de harde waarheid.”
Door Redactie Metro: Foto: Larossi Abballa. Foto:AFP
Reactie plaatsen
Reacties