Een metropool als Amsterdam moet de komende decennia flink op de schop om de toenemende verkeersdrukte door de opkomst van zelfrijdend vervoer te kunnen bolwerken, blijkt uit onderzoek dat deze week verschijnt.
Zelfrijdende voertuigen rukken op. Over een jaar of tien zullen de eerste auto's, taxi's en busjes in het straatbeeld verschijnen die zelfstandig hun weg vinden.
De technologie moet rond 2035 betaalbaar zijn voor de meeste mensen. Maar voordat zelfrijdend vervoer in een grote stad überhaupt mogelijk is, zijn 'stevige interventies' nodig, constateert adviseur Boston Consulting Group (BCG) in een nieuw rapport in opdracht van de stad Amsterdam. Dit is droge beleidstaal voor: alles moet compleet op de schop.
Gebeurt er niks, dan zullen de binnensteden verstopt raken, luidt het doemscenario. Want reizigers zijn van plan in de toekomst massaal over te stappen naar een vorm van zelfrijdend vervoer. Bij automobilisten gaat het om 60 procent en 7 op de 10 gebruikers van bus, tram en metro willen de sprong wagen.
Ruimte nodig
Daarnaast groeit onze bevolking voorlopig nog flink, wat de drukte op de wegen naar verwachting slechts verergert. De bestaande infrastructuur (wegen, parkeerplaatsen, borden, verkeerslichten) van drukke steden moet daarop goed worden aangepast.
Want zelfrijdende voertuigen hebben echt de ruimte nodig, zodat ze niet steeds dreigen aan te rijden tegen andere weggebruikers. Als dat gebeurt, zijn ze namelijk geprogrammeerd om automatisch te stoppen.
Extra verkeerslichten
In dat licht wordt gevreesd dat fietsers en voetgangers in de toekomst mogelijk misbruik zullen maken van die ingebouwde noodstop om voor te dringen. Al die scenario's moeten worden meegenomen en dus is het broodnodig dat er aparte fietspaden komen, extra verkeerslichten worden geplaatst en speciale routes worden opgezet voor zelfrijdende voertuigen.
Bijvoorbeeld via het openstellen van busbanen en ombouwen van parkeerplaatsen tot extra asfalt. En zelfs invoering van ritbeprijzing, betalen voor het gebruik van je auto, wordt niet geschuwd. Hoeveel Amsterdam aan alle beoogde maatregelen kwijt zal zijn, meldt dit rapport niet. Voordelen als een betere besteding van de reistijd en niet langer zoeken naar een parkeerplek (de auto zoekt zelf een plaatsje) worden wél genoemd.
Alles bij elkaar zullen grote steden naar verwachting flink de portemonnee moeten trekken voor de uiteindelijke introductie van zelfrijdend vervoer, naast andere investeringen in verkeer en vervoer. "Het zou bakken met geld kosten om de complete Amsterdamse binnenstad zo in te richten dat zelfrijdend vervoer overal mogelijk is," schat ook verkeerswethouder Pieter Litjens in. "Daarnaast is er te weinig ruimte om een nieuwe categorie vervoersmiddelen allemaal hun eigen wegdeel te geven."
Andere steden
Die ruimte kan deels gemaakt worden, denkt de wethouder, door bijvoorbeeld parkeerplaatsen het veld te laten ruimen. En ook beprijzing kan helpen, al zit hij daar niet op te wachten. "Deze studie helpt bij het besef dat zelfrijdend vervoer een enorme impact gaat hebben. Het gaat nu om het maken van juiste keuzes, want je kunt iedere euro maar één keer uitgeven"
Ook de andere grote steden denken al na over een toekomst met zelfrijdend vervoer. Zo heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zich onlangs nog aangesloten bij een onderzoek naar het effect van zelfrijdende voertuigen op het ontwerp van steden en wegen.
Lovenswaardig
Minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur) vindt het lovenswaardig dat Amsterdam al in een vroeg stadium onderzoek heeft laten doen. Schultz: "Het is complex en we hebben veel antwoorden nog niet. Juist daarom is het goed dat we testen om in de praktijk ervaringen op te doen en waar mogelijk en nodig voorbereidingen treffen."
De minister zet landelijk ook in op vernieuwende technieken waarbij voertuigen met elkaar en met de infrastructuur, zoals verkeerslichten, communiceren.
Geen 'big bang'
Bert van Wee, hoogleraar transportbeleid (TU Delft), komt nog met geruststellende woorden. Hij verwacht helemaal geen 'big bang' bij de aanpassing van grote steden aan zelfrijdend vervoer. "U moet eerst denken aan snelwegen, pas later de bebouwde kom. Daarnaast is het een misvatting dat er veel nieuwe ruimte nodig is. Grotendeels kan zelfrijdend vervoer over bestaand asfalt. Dat maakt de overgang vloeiender en minder prijzig."
Litjens gelooft dat de hoofdstad niet alle kaarten zal zetten op zelfrijdend vervoer in de krappe binnenstad. "U moet meer denken aan delen van de stad waar genoeg ruimte is en nieuwbouw verrijst. Maar de wereld verandert elke dag en wij reageren daar op met passend beleid. Amsterdam wil graag proeftuin zijn op dit gebied."
Zo start volgend jaar een project met vervoer van gehandicapte kinderen tussen een zorginstelling op IJburg en de dagopvang, een paar honderd meter verderop.
Door de Redactie AD: Foto: ANP
Reactie plaatsen
Reacties